In een voorgesprek komt duidelijk naar voren dat mevrouw alleen een afscheid wil met vrienden, een aantal buren en collega’s. “Ik heb familie, maar die zie ik nooit; ik wil ze niet op mijn uitvaart”, zegt ze. “Maar toch wil ik iedereen na mijn overlijden informeren middels een kaart. Hoe moet ik dat doen? Ik wil geen namen van de familie op de kaart”. Op haar schoot ligt een schattig Maltezer hondje. Wanneer ik naar het hondje kijk zegt ze: “Finny; zij is mij alles. De enige die mij geen verdriet doet, de enige die mij trouw is”.
Ik kom op het idee een rouwkaart namens Finny op te stellen. Mevrouw krijgt tranen in haar ogen. “Kan dat echt?” vraagt ze. “Ja hoor, dat kan, zoals u het wilt” zeg ik. Een aantal weken later komt mevrouw te overlijden en maak ik in het bijzijn van Finny de rouwkaart.
Op de dag van de uitvaart krijgt Finny een prominente plaats op de eerste rij in de aula. Wanneer ik iedereen welkom heet namens Finny, kijkt ze mij aan en loopt naar de kist. Daar gaat ze bij haar baasje liggen. Er worden herinneringen opgehaald en Finny blijft roerloos liggen; een enkele keer spits ze haar oren. Wanneer iedereen afscheid heeft genomen en naar de koffiekamer vertrekt blijf ik achter met Finny. Ik neem haar op mijn armen en wij gaan samen haar baasje tot het laatst toe begeleiden.
Finny is lusteloos, er zit weinig beweging in, wanneer ik haar na afloop naar haar nieuwe baasje breng. Ze wil nog niet eten, zelfs voor het lekkerste koekje is ze niet te porren. Ook dieren rouwen en Finny zal moeten wennen aan haar nieuwe omgeving. Maar dat zal ongetwijfeld met veel liefde en aandacht goedkomen.